De buitenplaneten in een nieuw perspectief
Is de werkelijkheid die we waarnemen echt wel 'de werkelijkheid'? Zien we wel wat we zien? Antropologische studies over sjamanisme vertellen ons dat er volkeren zijn die heel andere dingen doen en waarnemen dan wij. Dat lijkt ver weg, maar ook u en ik kunnen plotseling bijzondere dingen beleven, zoals lucide of heldere of helderziende dromen, uittredingen, een doorbraak van kundalini.
Maar kunnen we dat ook in de horoscoop terug vinden? De astrologie heeft er, in haar westerse vorm, eigenlijk geen kader voor. Karen, als ervaren astrologe en al tientallen jaren bezig met parapsychologie en Jungiaanse psychologie, heeft in haar praktijk de 'ongehoorde' buitengewone verhalen van vele cliënten aangehoord over hun psychische ervaringen en wederwaardigheden. Daarnaast heeft ze biografieën daarover bestudeerd. Geleidelijk aan heeft zich het beeld ontvouwen dat de planeten Uranus, Neptunus en Pluto nog een diépere dimensie hebben, die over de grenzen van tijd en ruimte heenreikt.
In dit boek bouwt ze haar visie stap voor stap op, en daarbij laat ze de verhalen van de mensen (en de wijze waarop de buitenplaneten zijn ontdekt) voor zichzelf spreken. Na een uiteenzetting van de gangbare duiding beschrijft en analyseert ze al die ervaringen, van LSD-experimenten tot helderziende dromen. Dan blijkt dat er met de buitenplaneten méér onder de Zon is, en dat we ze in een veel breder en dieper perspectief kunnen zien. Ze besluit dit adembenemende en baanbrekende werk over de buitenplaneten en andere werkelijkheden tenslotte met duidingsaanwijzingen die deze dimensie praktisch toepasbaar maken.
Maar kunnen we dat ook in de horoscoop terug vinden? De astrologie heeft er, in haar westerse vorm, eigenlijk geen kader voor. Karen, als ervaren astrologe en al tientallen jaren bezig met parapsychologie en Jungiaanse psychologie, heeft in haar praktijk de 'ongehoorde' buitengewone verhalen van vele cliënten aangehoord over hun psychische ervaringen en wederwaardigheden. Daarnaast heeft ze biografieën daarover bestudeerd. Geleidelijk aan heeft zich het beeld ontvouwen dat de planeten Uranus, Neptunus en Pluto nog een diépere dimensie hebben, die over de grenzen van tijd en ruimte heenreikt.
In dit boek bouwt ze haar visie stap voor stap op, en daarbij laat ze de verhalen van de mensen (en de wijze waarop de buitenplaneten zijn ontdekt) voor zichzelf spreken. Na een uiteenzetting van de gangbare duiding beschrijft en analyseert ze al die ervaringen, van LSD-experimenten tot helderziende dromen. Dan blijkt dat er met de buitenplaneten méér onder de Zon is, en dat we ze in een veel breder en dieper perspectief kunnen zien. Ze besluit dit adembenemende en baanbrekende werk over de buitenplaneten en andere werkelijkheden tenslotte met duidingsaanwijzingen die deze dimensie praktisch toepasbaar maken.